Woensdag 9 juli 2003

Gepubliceerd op: 20-12-2018 18:48:07 door Nicoschipper

Woensdag 9 juli was er na de kerkdienst voor de jeugd een soort scouting. Samen met de kinderen deden we een aantal spelletjes. Toen we thuis kwamen waren Nico en Marie nog niet veel verder met de goederen voor de weeskinderen, die kregen ze namelijk niet mee. Gelukkig kregen ze de volgende dag de dozen, waar we twee weken op hebben moeten wachten, dan eindelijk mee. Vrijdag gingen we naar het Nationaal park de Akagera. Als eerste stonden we oog in oog met een kudde impala's, die voor de bus overstaken. Voor de rest hebben we buffels, waterbokken, topi's, nijlpaarden, visarends, zebra's, giraffes en nog heel veel meer gezien. In de bus hebben we ook kennisgemaakt met de beruchte tsetsevlieg. Op de terugweg begon de motor behoorlijk tegen te sputteren, maar uiteindelijk zijn we toch weer bij de broeders aangekomen. De volgende dag kregen we hoog bezoek. De minister, die we eerder in Butare hadden ontmoet, kwam 's middags met zijn vrouw en kinderen langs. Jean de Dieu (het hoofd van de broeder gemeenschap waar we verblijven) wilde eigenlijk niets van hun werk laten zien, omdat hij zich er ongemakkelijk bij voelde. Wij hebben hem aangespoord de minister toch rond te leiden, ze doen tenslotte heel goed werk! Zondag was het weer tijd om naar de kerk te gaan. Het is hier blijkbaar heel gewoon om hier mensen te 'presentere'. Ook in de kerk moesten we om beurten gaan staan om een applaus in ontvangst te nemen. Na de dienst gingen we op bezoek bij het kerkkoor die de fanfare pakken van St. Cecilia Zwaag hadden gekregen. We kregen een mooi optreden van het koor en de dansgroep die erbij hoorde. Ze dansten traditionele Afrikaanse dansen en daar werd dan bij gezongen. Als dank kregen we twee potten gevuld met sorgo, een soort hele kleine besjes waar bier van wordt gemaakt. Maandag moesten we nodig weer eens boodschappen doen en we hadden de plannen van de volgende dag doorgesproken. Toen gingen we naar de waterval van de rivier de Akagera op de grens met Tanzania. Eerst gingen we langs bij een project voor de opvang van straatkinderen door een tweeling uit Twente. Kinderen die van de straat geplukt worden, vangen ze op en proberen ze weer bij hun eigen ouders te plaatsen (waar ze om een of andere reden dus zijn weggegaan). Na een rit van zo'n 3 uur kwamen we eindelijk aan bij de Rwandeese douane. Vanaf een brug over de Akagera, die de natuurlijke grens met Tanzania vormt, hadden we een geweldig uitzicht over de waterval met een regenboog. Dat was de lange hobbelige rit wel waard!